Maatschappij ‘De Betuwe’, bekend bij velen vanwege Flipje en de jam, is ontstaan in 1885 aan de Grote
Brugse Grintweg in Tiel.
De fabriek is oorspronkelijk ontstaan vanuit de azijnfabriek ‘De Haas’ die opgericht is in 1830/1835.
Zij produceerden o.a. wijn- en bierazijn.
~ 1873
In de loop der jaren is er meer vraag naar een vervangingsmiddel voor de dure koffie. De ‘Tielsche
Koffiesiroop Fabriek’ van J.H. Bruynis & Compagnons ontstaat.
Later in dat jaar wordt de naam verandert in ‘Firma J.H. Bruynis & Co’, fabriek voor
koffiesurrogaten. Deze koffij-siroop werd gemaakt van appelen, peren, beet- en tuinwortelen
~ 1886
De eerste grote uitbreiding van de toenmalige azijnfabriek vindt plaats. De naam wordt:
‘Nederlandsche Fabriek van Verduurzaamde Vruchten J.H. Bruynis & Co’ of ‘Bruynis en Co.
Nederlandsche Fabriek van Verduurzaamde Vruchten’.
~ 1887
In dit jaar verschijnt voor het eerst de naam ’de Betuwe’. Het wordt: ‘Nederlandsche Fabriek van
Verduurzaamde Vruchten Maatschappij de Betuwe Tiel’. Deze naam blijft tot 1930 onveranderd staan.
~ 1888
De heer F. Baesjou wordt directeur. Hij wordt later ook wel gezien als de grondlegger van
‘Maatschappij De Betuwe’. Op een van zijn zakenreizen naar Engeland maakt hij kennis met jam. Hij
neemt het idee mee terug naar Nederland en gaat op bescheiden wijze hier jam produceren.
Het vele fruit wat de Betuwe rijk was en dat voornamelijk werd gebruikt voor de export, kon men nu
goed gebruiken voor de eigen productie.
Baesjou was zich er goed van bewust dat als je iets nieuws op de markt brengt er reclame voor
gemaakt diende te worden. Hij begon met het zenden van potjes jam naar het Nederlandse en Zweedse
hof. De jam was verpakt in aardewerken potten van 1 Engelse pond (= ca. 450 gram), afgesloten met
een perkament vel.
~ 7 juli 1888
De fabriek wordt officieel een Naamloze Vennootschap. Er zijn 2 directeuren, nl: F. Baesjou en Isaac
Holtz (tot 1893).
De fabriek wordt ook wel genoemd: ‘Eerste Nederlandsche Stoom-Gaskracht-Fabriek van Vruchtengeleien
en Verduurzaamde Levensmiddelen de Betuwe’. ( het is een hele mond vol)
In hetzelfde jaar kreeg De Betuwe het predikaat hofleverancier.
In die tijd werd er in blikken van 15 kilo jam gedaan waar de kruidenier dan de jam in een potje kon
scheppen voor de klant.
In enkele grote steden werd de jam in blik op grote handkarren gevent langs de straat. De jam kostte
8 cent per ons. In totaal heeft De Betuwe 9 handkarren gemaakt en kosten ze 120 gulden per stuk. Een
enorme investering voor die tijd.
Er wordt ook al volop reclame gemaakt in kranten en vakbladen.
De Betuwe bleef in de daaropvolgende jaren uitbreiden en kocht verschillende stukken grond en
panden. Ook de machines werden verder uitgebreid. Uitbreiden betekende ook nieuwe producten. Een van
de belangrijkst was de Lemon Squash. Dit product, een limonade bereid uit citroensap met suiker en
water, zou naast jam verreweg het voornaamste product zijn. Ook wel ‘kwast’ genoemd.
Ook de Tielse gevangenis werkte mee en men kreeg f 16,20 voor ‘perenschilloon’. Tevens spoelde men
daar af en toe potten en flessen.
~ 1910
Baesjou roept de hulp in van dr. C.J. van Ledden Hulsebosch uit Amsterdam om De Betuwe te
onderscheiden van de concurrentie. Er wordt onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de jam. Deze
bestond uit prima vruchten en prima suiker. Zonder enige toevoeging. Hierdoor kwam er op de
jampotten te staan: ‘garantie van zuiverheid’. Met de zuiverheid van haar producten maakte de
fabriek reclame en zo vermelde het achteretiket: ‘Deze jam bestaat uit prima vruchten en prima
suiker zonder toevoeging van glucose, saccharine of andere zoetstoffen, kunstkleurstoffen of
conserveermiddelen; schadelijke materialen zijn afwezig.’ Daarmee had De Betuwe de consumenten op
z’n hand.
In die tijd werd er in blikken van 15 kilo jam gedaan waar de kruidenier dan de jam in een potje kon
scheppen voor de klant.
In enkele grote steden werd de jam in blik op grote handkarren gevent langs de straat. De jam kostte
8 cent per ons. In totaal heeft De Betuwe 9 handkarren gemaakt en kosten ze 120 gulden per stuk. Een
enorme investering voor die tijd.
Er wordt ook al volop reclame gemaakt in kranten en vakbladen.
De Betuwe bleef in de daaropvolgende jaren uitbreiden en kocht verschillende stukken grond en
panden. Ook de machines werden verder uitgebreid. Uitbreiden betekende ook nieuwe producten. Een van
de belangrijkst was de Lemon Squash. Dit product, een limonade bereid uit citroensap met suiker en
water, zou naast jam verreweg het voornaamste product zijn. Ook wel ‘kwast’ genoemd.
Ook de Tielse gevangenis werkte mee en men kreeg f 16,20 voor ‘perenschilloon’. Tevens spoelde men
daar af en toe potten en flessen.
Eind april van hetzelfde jaar treedt Fredericus Baesjou plotseling terug als directeur. Hij blijft
wel als president-commissaris nog enkele jaren bij De Betuwe betrokken. Op 1 mei komt F.M.P.
Gouverne naar Tiel. Hij is op 13 augustus 1885 in Bergen (NH) geboren, als zoon van een notaris.
Hoogstwaarschijnlijk was er een financiële relatie tussen De Betuwe en de vermogende notaris want
Frans Gouverne werd de opvolger van Baesjou. Hij vergezeld door mededirecteur Jan de Kruijff (1910 -
1923).
Tijdens de 1e wereldoorlog neemt de vraag naar appelstroop enorm toe en wordt,
samen met jam, één van hun voornaamste artikelen die geproduceerd wordt.
De regering vindt dat er geen suikeraccijns meer betaald hoeft te worden wat de afname van
appelstroop nog eens fors verhoogd. Er zitten echter wel strenge regels aan vast. De verwerking van
suikerbieten tot suikerbieten- of beetwortelsap is toegestaan. Maar suiker uit het sap winnen mag
niet, gebeurd dit toch, dan moet wel accijns betaald worden.
~ 1918
In 1918 worden voor het eerst jams en vers fruit naar Noord-Frankrijk geëxporteerd. In de herfst van
dat zelfde jaar komt met medewerking van de regering een bijzondere transactie tot stand. Jam wordt
naar Rusland en Polen uitgevoerd in ruil voor paarden.
Hoewel de oorlog in november is afgelopen blijven de jams en appelstroop op de bon.
Er mag maar één soort jam worden gemaakt, ‘eenheidsjam’ genoemd van een beperkt aantal soorten
vruchten aardbeien, frambozen, kersen, rode bessen en pruimen. Het product mag alleen worden
afgeleverd in kistjes. Dit laatste omdat door de oorlog de blikimport uit Amerika stagneert.
~ 1921
Rond 1921 ontstaan er fruitstations in Breda, Barendracht en Beverwijk. De fruitstations waren
bedoeld om voornamelijk aardbeien (in Breda ook frambozen) die onderhevig waren aan bederf, te
wassen, van steeltjes te ontdoen en te verpakken in vaten om zo naar Tiel te transporteren. Deed men
dit niet dan ging een groot deel van de lading door bederf verloren tijdens het transporteren en was
het niet meer te gebruiken voor productie.
~ 1923
Jan de Kruijff vertrekt plotseling als directeur.
~ 1927
In 1927 wordt de oude fabriek geleidelijk afgebroken en maakt plaats voor een uiterst modern
fabrieksgebouw. Alles gebeurd zonder stagnatie van de productie want die gaat onverminderd door in
de open lucht en onder gespannen zeildoeken.
Een jaar later vraagt Gouverne aan zijn oude schoolvriend J. Kuipers om mededirecteur te worden. Hij
neemt voornamelijk het commerciële gedeelte van het bedrijf op zich.
De Betuwe kreeg het in de jaren na de 1e W.O. zwaarder. In die jaren nam het aantal jam en
appelstroop fabrieken enorm toe. Ook de concurrentie uit Amerika werd sterk door hun goedkope
zuidvruchten op sap. In 1935 bied de regering de Nederlandse fabrikanten meer mogelijkheden voor de
verwerking van suiker en kan de concurrentie het hoofd worden geboden, wat erg belangrijk was voor
de Nederlandse fruitteelt. De Betuwe importeert nu zelf de vruchten uit Amerika en blikt ze in.
~ 1930
In 1930 komt een naamverandering omdat de huidige naam in de praktijk te lang blijkt te zijn. Het
wordt nu: “Maatschappij de Betuwe N.V.”.
~ 1934
In 1934 komen er nieuwe artikelen in productie: appelsap (april/mei), tomatensap
(augustus/september) en Zoete Most. Deze drie werden onder de naam ‘Rijno’ verkocht.
Er wordt citroenkaas (Lemon Cheese) gemaakt, dat op de markt komt als Citroka. De productie wordt
echter in 1938 gestaakt omdat het aangeduid zou moeten worden als ‘namaakgelei’.
~ 1e helft van de jaren 30
Na de 1e helft van de jaren 30 ontstaat er de behoefte om ook op een andere manier reclame te gaan
maken voor hun producten. Zo kwam reclamebureau ‘Van Alfen’ op het idee om een poppetje of mannetje
te ontwerpen, om zo het publiek, winkeliers en grossiers meer aan te kunnen spreken. Zo is de
geboorte van Flipje, het fruitbaasje van Tiel, een feit. Hij zorgt voor de grote bekendheid van de
fabriek bij jong en oud.
~ 1937
In 1937 is de nieuwste productie een Hollandsche champagne: ‘King d’Or. Een mousserende
vruchtenwijn.
Er wordt tevens onderzoek gedaan, in samenwerking met de medische wereld, naar vitaminerijk
tomatensap, tomatencocktail en tomatenpuree. Deze zijn bijzonder geschikt als baby- en
kleutervoeding en voor zwangere vrouwen.
~ De 2e wereldoorlog
De 2e wereldoorlogstijd is zwaar. De fabriek krijgt te maken met veel problemen: arbeiders die in
dienst moeten voor de Duitsers, beschietingen, bombardementen, voedselschaarste, nauwelijks gas,
water en licht, transportproblemen, dreigende overstromingen e.d. Wegens suikerschaarste mogen
producten als puddingsaus, appelmoes, vruchten op sap en vruchtensappen niet meer gemaakt worden.
Aan het einde van de 2e W.O. voelden de omwonende van De Betuwe zich niet meer veilig. Zij gingen
bij enkele werknemers in de kelder van de sapfabriek wonen. Ze leefden daar, soms samen met
echtgenote, tussen schotjes gemaakt van appelkistjes.
~ 1945-1946
Aan het eind van de oorlog blijkt de fabriek zeer ernstig beschadigd te zijn door bombardementen. Zo
erg dat er in het eerste jaar geen jams gemaakt kunnen worden. Er wordt hard gewerkt aan de
wederopbouw van de fabriek. Deze verloopt moeizaam wegens personeelsgebrek, vervoersproblemen en
vertragingen van de distributie van (bouw)materialen en aanschaf van machines.
Het zou nog een aantal jaren duren voor de fabriek weer helemaal hersteld/opgebouwd en volledig
draaiende is.
~ 1948
1948 Is een belangrijke mijlpaal voor de fabriek. Er komt een nieuwe jamkeuken, enig in zijn soort
en volautomatisch.
~ Eind jaren 40
Eind jaren 40 beschikt de fabriek over een uitgebreid pakket voor haar werknemers:
- Eigen sociale dienst, Zicaronfonds (sinds 2e W.O.)
- Toneelvereniging (sinds 1945)
- Excursieclub voor oud gedienden
- Sportvereniging ‘de Batouwe’
- Hengelsportvereniging ‘Ons Genoegen’
- Biljartvereniging ‘De Poedel’
- Orkest ‘de Jam Payers’
- Bedrijfselftal
- Brandweer
- Personeelsblad ‘Flipjes Bazuin’
~ Jaren 50
Het bedrijf kende in de jaren 50 een hoogtepunt. Het geheim hierachter noemde men ook wel eens de
gelukkige
combinatie van leiding en personeel, de familiegeest door dik en dun, die het bedrijf door de jaren
heen
kenmerkte. Ondanks de toenemende mechanisatie en automatisering bood het bedrijf aan velen werk en
nam het
een prominente plaats in in de Tielse samenleving.
~ 1950
In 1950 is er het 1500-jarig bestaan van Tiel en de viering van het 65-jarig bestaan van de fabriek.
Ter ere hiervan brengen Koningin Juliana en Prins Bernhard een bezoek aan De Betuwe. Het zoontje van
mededirecteur Kuipers kreeg de eer om gehuld in een Flipje pak, de Koningin een bos bloemen de
overhandigen.
Het bezoek mocht maximaal een half uur duren maar door het enthousiasme van de Koningin werd het een
uur.
~ 1952
Mede door het bezoek van de Koningin en haar gemaal (1950) en door de onderlinge band tussen het
koningshuis en de fabriek vanaf het vroege begin, mag de fabriek het predikaat ‘koninklijk’ dragen.
Er volgt weer een naamsverandering:
‘Koninklijke Fabrieken van Vruchtenconserven Mij de Betuwe NV’
(ook wel: ‘The Royal Dutch Fruit Preserve Works de Betuwe Company’)
Deze naam werd 2 jaar later weer ingekort tot: ‘Koninklijke Maatschappij de Betuwe NV’.
~ 1959
In 1959 treedt F. Gouverne af als directeur.
~ 1960-1961
In 1960 sluit D. Kuipers (zoon en opvolger van J. Kuipers, zijn vader) een contract met het
wereldconcern California Packing Corporation (Calpack). Met dit contract verwerft de Betuwe de
alleenverkoop van alle Del Monte producten in Nederland.
Kort nadat het bedrijf 75 jaar bestaat besluit de directie om toenadering te zoeken tot een
Nederlands concern om te praten over een eventuele overname. Door investeringsdrang van de V.S. en
West Duitsland bestaat de angst dat de Betuwe wel eens in ‘verkeerde’ handen zou kunnen vallen. In
1961 wordt De Betuwe officieel opgenomen in het Unilever concern.
~ 1965
In 1965 is en een samenvoeging van de verkooporganisatie van De Betuwe en Calvé. Calvé-De Betuwe
gesitueerd in Delft. Als productiemaatschappij blijft De Betuwe zelfstandig.
Eind jaren 60 tot beging jaren 70 worden alle fruitstations gesloten. Door nieuwe koel- en
vriestechnieken is het niet nodig om de fruitstations open te houden.
Beverwijk |
1921 - 1953 |
Breda |
1921 - 1964 |
Barendrecht |
1951 - 1967 |
Oudenbosch |
1954 - 1970 |
Hoogstraten |
1951 - 1970 |
Ochten |
1971 |
~ Jaren 70
In de jaren 70 ging het minder goed met de jams. De consument ging bezuinigen en nam liever de
A-merken van de grootgrutters. Bovendien zorgde de gezondheidsgolf van die jaren dat de klanten hun
brood liever besmeerden met light producten.
Overigens kwamen de vruchten voor de jam in die jaren al niet meet alleen uit Nederland. Gezien de
inkrimping van de land- en tuinbouw, de klimatologische omstandigheden en andere oorzaken haalde De
Betuwe een groot deel van het fruit uit het buitenland, zoals aardbeien (Polen en Spanje), ananas
(Thailand en Indonesië) en kersen (Turkije). De meeste vruchten ondergingen onmiddellijk na de oogst
een voorbewerking in het land van herkomst. Het fruit werd daar diepgevroren en gepasteuriseerd.
~ 1986
In 1986 komt De Betuwe in handen van de Hero. Alles verhuist naar Breda en de fabriek wordt gesloten in 1993.